Persoonskaart van Engelbart (Engelbert) Slutter

 

Engelbart (Engelbert) Slutter is geboren op 14-10-1845 in Etten (Oude IJsselstreek), zoon van Johann Slutter en Ida Brus. Engelbert is overleden op 30-12-1936 om 19.00 uur in Etten (Oude IJsselstreek), 91 jaar oud. Hij is begraven op 02-01-1937 in Etten (Gld) Christinastraat 10.  op 25-03-1929.

Beroepen: Schoenmaker

Religie: RK
Functie: Koster
 

Engelbert trouwde, 34 jaar oud, op 15-01-1880 in Gendringen (Oude IJsselstreek) met Willemina Elbers, 29 jaar oud. Willemina is geboren op 28-08-1850 in Bergh (Montferland), dochter van Theodorus Elbers en Johanna Tiggeloven. Willemina is overleden op 23-03-1929 in Etten (Oude IJsselstreek), 78 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan

 
1 Johannes Theodorus Slutter, geboren op 19-12-1880 in Etten 
 
2 Theodorus Johannes Slutter, geboren op 15-06-1883 in Gendringen (Oude IJsselstreek)

 

Bart 90 jaar 9-10-1935

Uit de Gelderlander van 9-10-1935

Uit de gelderlander van woensdag 16 october 1935


„Olde Bart " te Etten 90 jaor. Grootvader.
Want of weer „Olde En vieftig jaor klokke-luujer.
„Ie mot 's disse dage met den fotograaf bie
ons in Etten kommen, dan köj iets aardigs
veur de krante met nemmen,' zoo werd '; ons
Maandag j.l. vanuit Etten bericht. ze
En natuurlijk lieten we  er, geen'dag over-
heen gaan. en tuften dienzelfden avond nog
met onze camera-man. richting-'Etten.In 't dorp

gearriveerd bemerkten we al dadelijk,

 dat er. iets-meer te 'doen was dan. ge-
woonlijk. Overal groepten menschen tezamen'
en zagen we Ettenaren, — met muziek-instru-
inenten gewapend..— naar hun clublokaal
wandelen! .. , terwijl „Olde Bart", de 90-Jarige
klokluider der R. K.
Kerk te Etten, die nog dagelijks met opgewekt-
heid en groote accuratesse zijn werk doet. Onze
fotograaf kickte hem Dinsdagmiddag 12 uur,
toen hij voor de zooveelste maal weer het
klokketouw hanteerde.
„Köj mien ook zeggen, waor Slutter woont.
Den mot vandaag 90 jaor zun," aldus onze
vraag aan één van de jungskes, die langs den
weg spölden.
„O, jaowal, Meneer, 't is vief minuten Ioopen!
Maor zak effen met-riejen met den oto. Dan
bunt wie d'r zoo."
'tWas inderdaad, zooals de jongen gezegd
had, want binnen een minuut stonden we bij
Slutter voor de deur en midden tusschen
de feestvierenden.
De heele familie was bij elkaar. „Olde Bart",
de 90-jarige 'vormde natuurlijk 't middelpunt.
Een krasse baas, hoor!
Helder van geest en flink bij de
hand, alleen erg doof. Vooral nu de grijze jubilaris
uit z'n gewone doen werd gehaald en telkens
en telkens gereed moest staan om de geluk-
wenschen in ontvangst te nemen.
Niettemin: „Olde Bart" kan zich best red-
den. Nog dagelijks luidt hij de klokken van
de Ettensche kerk, in welke functie hij Maan-
dag z'n 50-jarig jubileum vierde.
De Ettcnaren kennen hem eigenlijk niet als
E. Slutter, maar jong en oud weet wel, wie
„olde Bart" is. de klokkeluider van Etten, die
50 jaar lang lief en leed over 't dorp heeft
laten weerklinken.
Natuurlijk heeft „Olde Bart" in al de 90 ja-
ren heel wat beleefd. Naast veel zonneschijn,
zijn hem ook de sombere dagen niet gespaard
gebleven. Schoenmaker van z'n vak heeft hij hard voor
z'n dagelijksch bestaan moeten werken. Maor
hie liet nooit de moed laoten zakken, vertelt
één zijner zoons. Twee zoons heeft „Olde
Bart", die weer tezamen 17 kinderen hebben,
Hiervan zijn er al weer enkelen getrouwd. Zoo
heeft „Olde Bart" reeds zeven achter-klein-
kinderen. Nooit is vader ziek ewes, vertelt terloops z'n
schoondochter, terwijl deze ons een lekker
kopje koffie inschenkt en een heerlijk stuk ge-
bak offreert. En terwijl de olde baas over de
tafel kijkt, zegt ie: „Mina ie hebt Meneer ver-
getten een leppeltjen te geven."
Noe, wat docht ie, hie zol 't dan niet wetten!
Loopen kanne nog flink, vertelt zijn oudste
2oon. Dezer dagen is ie het vordert
nog naar de Terborgsche kermis
gewandeld niet Die, heeft hij nooit overgeslagen en dan mo'j
heuren vertellen, zegt één zijner kleindoch-
als Grootvader 't het oaver zien wande-
naor Emmerik, toen daor 't eerste spoor liep.
Maor jao, 't is. noe ook völs te druk veur
As e maor op zien gemak is!
Dat. kon 't. trouwens Maandagavond niet.
zoowaar hadden wc even rustig gezeten,
daar kwam Visser, de Ettensche postbode,
talrijke felicitaties brengen en was 't
Bart" die ze stuk voor stuk inkeek en...
nog zonder bril kon lezen.
Inderdaad: Een krasse baas!
Nog kon ie niet rustig op z'n stoel blijven
want even later weerklonk muziek en
de Ettensche muziek, die „Olde
Bart' 'n pittige serenade bracht,
daarna Etten's Mannenkoor een „Lang
hij ;leven" aanhief.
Natuurlijk bleef de familie Sluiter nog ge-
tijd gezellig bijeen, maar „Olde Bart"
niet af-van Zj'n vaste bedtijd: Half negen
de wol, om 'den volgenden morgen weer
en monter z'n 91ste levensjaar te be-
„Olde Bart"; ! nog vele jaren!


Brandstichting 14-04-1910

veroordeling 11-6-1910


Rechtbank te Arnhem.
De 23-jarige opperman J. B. uit Etten,
gem. Gendringen, thans gedetineerd, had
zich Dinsdag te verantwoorden wegens op-
zettelijke brandstichting en diefstal.
Bekl. is bij' dagvaarding ten laste gelegd,
dat hij in den nacht van 21 op 22 Nov. 1909
te Etten opzettelijk brand heeft gesticht in
een gebouw, z.g.n. mesthuis, behoorende bij
en grenzende aan de woning van E. Slutter,
van: welke brandstichting gemeen gevaar
voor goederen was te vreezen en tengevolge
waarvan dan ook het mesthuis, de woning
van Slutter en een groot deel van diens in-
boedel in de vlammen zijn opgegaan. Voorts
is bekl. ten laste gelegd, dat hij in denzelfden
nacht, nadat bovenbedoelde brand was ge-
bluscht, opzettelijk brand heeft gesticht in
een schuur, z.g.n. stookhuis, eveneens toe-
behoorend aan E. Slutter, welk gebouw na
den eersten brand was gespaard gebleven.
In de derde plaats legt de dagvaarding
bekl. ten laste, dat hij in den avond van
5 Dec. 1909 te Etten brand heeft gesticht
in een schuur van J. Lamers, tengevolge van
welke brandstichting een hoeveelheid hooi
is verbrand en in de vierde plaats dat hij
in den avond van den sen Dec. bij gelegen-
heid van bedoelden brand, uit het café van
J. Lamers heeft weggenomen een karaf met
jenever.
In deze zaak waren 20 getuigen gedag-
vaard. Vóór do behandeling der aan bekl. ten
laste gelegde brandstichtingen had hij zich
te verantwoorden wegens diefstal van een
stuk looden pijp van de Geldcrsche Stoom-
tramweg
Bekl. verkocht het stuk pijp en kookt vari
de opbrengst jenever. ! i 1
Te dier zake werd 3 maanden gevangenis,
straf tegen bekl. geëischt.
Daarna staat bekl. terecht wegens 'de 'drie
brandstichtingen en den diefstal van een ka-
raf met jenever.
Beklaagde ontkent de ten laste gelegde
brandstichtingen. Hij zegt 'daaraan onschul-
dig te zijn. Alleen verklaart' hij dat het wel
mogelijk is, dat hij de karaf met jenever weg-
nam. Voorlezing werd gedaan van het rappor?
van de 'deskundigen, dr. Sissingh en dr. Ro-
mijn, 'die een onderzoek naar bekl.'s geest-
vermogens hadden ingesteld.
Vóór het voorlezen van het rapport ert.
het verhoor der deskundigen wordt bekl. uif
'de zaal geleid.
Bekl. is ethisch heel weinig ontwikkeld*
heeft een beperkt verstand. Doch zijn verstan-
delijke vermogens zijn niet ziek. Gedurende
den observatietijd werd geen afwijking bij
hem opgemerkt. t
Bekl. is een gedegenereerd persoon, doch
toerekenbaar. Door overmatig gebruik van,
sterken drank zal de bekl. telkens met 'den'
strafrechter in aanraking komen.
De doctoren bevestigen hun uitgebracht]
rapport. Bekl. wordt daarna weder in de zaal biri-
nengeleid. Pres.: Bekl. we hebben de doctoren ge-
hoord en die meenen dat je toerekenbaar
bent voor 't geeri je ten laste wordt gelegd^
De getuige Slutter verklaart, dat hij in
den nacht van 21/22 Nov. door geklop aart
zijn raam gewekt werd; toen hij buiten kwam,
zag hij dat er brand was. Zijn huis is gei-
heel afgebrand, alleen het stookhuis niet.
Uit het getuigenverhoor blijkt nog, daï
bekl. in het schuurtje bij' 'de woning van.
Lamers een stuk hout in de brandende kachel
stak, wachtte tot het gloeide en het daarna
in het hooi hield. Dit werd door bekl. nogj
eens herhaald, totdat het hooi brandde. De
getuige, die deze handeling van bekl. zag,
durfde die niet verhinderen, omdat hij bang
was voor bekl.
Tijdens den brand heeft bekl. van de heer-
schende verwarring gebruik gemaakt en uiÉ
de herberg van "L. een karaf met jenever ga-
stolen. Bekl. blijft ontkennen, hij heeft zich nïeï
aan brandstichting schuldig gemaakt.
In voetstappen welke bij' het uitgebrande
huis zijn gevonden, bleken juist bekl.'s laar-
zen te passen.
Beklaagde had in den avond van den brand
wel een borrel gedronken, doch was volstrek!
niet beschonken.
Een 'der getuigen verklaart dat bekl. herrt
verteld heeft dat hij' de branden bij Slatter
heeft gesticht.
Bekl. ontkent dit en zegt dat de getuige,
dat maar vertelt, omdat hij' hem, bekl. in
de kast wil brengen, dan kan 'de getuige
vrijen met -een meisje, waarmede bekl. ppj
goeden voet staat.
De president verklaart van bekl.'s verhaal
niets 'te gelooven.
De officier van justitie zijVi requisitoir ne-
mende .wees er op hoe beklaagde te Ettert
zeer gevreesd is en den bijnaam heeft van'
Jantje de Duivel.
Bekl. heeft te Etten rondgewaard en irt
een kort tijdsverloop hebben er 3 branden
plaats gehad. De verdenking viel op bekl. :
door tal van omstandigheden.
Het wettig en overtuigend bewijs ach?
spr. bewezen. Bekl.'s drankzucht gaat zoo
dat hij er niet tegen op ziet om bij een kaste-
lein brand te stichten teneinde drank machtigt
te kunnen worden.
Waar bekl. toerekenbaar is te achten,
meent spr. dat bekl. zoo lang mogelijk mi
de maatschappij moet worden verwijderd.
Geëischt werd 6 jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Laman Trip, meende
dat het mogelijk kan zijn dat een ander dan'
bekl. de verschillende branden heeft gesticht'.
Omtrent het ontstaan van den brand is niets
gebleken. PI. vroeg vrijspraak.
Uitspraak over 14 dagen.

Gerechtshof te Arnhem.
(Zitting van Donderdag.)
We lezen in de „Amhemsche Courant":
Wegens drie verschillende gevallen van
brandstichting en jegens diefstal heeft de
23-jarige opperman J. B. uit Etten, gemeente
Gendringen, indertijd terechtgestaan voor de
Rechtbank alhier, die hem veroordeelde tot
5 jaren gevangenisstraf. Bekl., die van dit
vonnis in hooger beroep is gekomen en zich
heden voor het Hof had te verantwoorden,
is ten laste gelegd, dat' hij in den nacht
van 21 op 22 Nov. 1909 te Etten opzette-
lijk brand heeft gesticht in een gebouw, z.g.n.
mesthuis, behoorende bij en grenzende aan
de woning van E. Slufter, van welke brand-
stichting gemeen gevaar voor goederen was
te vreezen en tengevolge waarvan dan ook
het meshuis, de woning van Slutter en een
groot deel van dien inboedel in de vlammen
zijn opgegaan. Voorts is bekl. ten laste ge-
legd, dat hij in denzelfden nacht, nadat
bovenbedoelde brand was gebluscht, opzette-
lijk brand heeft gesticht in een schuur, z.g.n.
stookhuis, eveneens tocbehoorend aan E.
Slutter, welk gebouw na den eersten brand
was gespaard gebleven.
In de derde plaats legt de dagvaarding
bekl. ten laste, dat hij in den avond van
5 Dec. 1909 te Etten brand heeft gesticht
in een schuur van J. Lamers, tengevolge
van welke brandstichting een hoeveelheid
hooi is verbrand en in de vierde plaats,
dat hij in den avond van den sden Dec.
bij gelegenheid van bedoelden brand, uit het
café van J. Lamers heeft weggenomen een
karaf met jenever.
Bekl. is een zeer gevreesd individu. .We-
gens ontucht heeft hij 1 roeds een gev.straf
van i jaar en 3 maanden ondergaan. Nau-
welijks uit de gevangenis ontslagen en in
zijn dorp teruggekeerd brandde daar in den
nacht van 22 Nov. van het vorige jaar de
woning van Slutter af. Het openbaar gerucht
wees bekl. als den dader aan, hij 1 werd ge-
arresteerd doch bij gebrek aan bewijs vrij-
gelaten. Zoo bevreesd waren de dorpelingen
voor bekl., 'dat zij een soort particulieren
nachtveiligheidsdienst inrichtten, om bekl. 's
nachts in het oog te houden. Ondanks deze
voorzorgsmaatregelen brandde het er te Et-
ten lustig op los en stak bekl. met een on-
gehoorde brutaliteit er de vlammen in. Toen
men bij een dier gelegenheden de brandspuit
uit het brandspuithuisje wilde halen, trachtte
bekl. dit te beletten I Toch bleef bekl. op
vrije voeten, want de dorpelingen waren zoo
bang voor hem, dat zij tegenover de politie
niets durfden loslaten. Zoo brutaal was bekl.,
dat hij b.v. het stookhuis van Slutter met
een brandend stuk hout in brand stak, waar
een getuige bij' was, zeggende: „dat moet
ook maar verbranden, anders trekt de assu-
rantie Slutter daar veel te veel voor af."
Bij de blussching heeft bekl. zelf meegehol-
pen en bij 1 die gelegenheid heeft hij zijn hart
gelucht door op te merken: „eerst kun je
liet aansteken en later mag je zelf mee hel-
pen om 't te blusschenl" Ten slotte was men
het schrikbewind van bekl. moe en werd hij 1
als brandstichter aangewezen en gearres-
teerd.
Voor de Rechtbank, waar 22 getuigen wer-
den gehoord, en nu ook voor het Hof, waar
9 getuigen werden gehoord, blijft bekl. alles
ontkennen. Alleen geeft hij 1 toe, dat hij dik-
wijls misbruik van sterken drank maakte en
soms wel 20 borrels achter elkaar dronk.
Uit het rapport van de deskundigen, dr.
Sissingh en dr. Romyn blijkt, dat bekl.
ethisch heel weinig ontwikkeld is en
perkt verstand heeft. Doch zijn verstandelijke
vermogens zijn niet ziek. Gedurende den ob-
servatietijd werd geen afwijking bij hein op-
gemerkt. Bekl. is een gedenereerd persoon, doch
toerekenbaar. Door overmatig gebruik van
sterken drank zal beid. telkens met 1 den straf-
rechter in aanraking komen.
De advocaat-generaal eischtte 8 jaar ge-
vangenisstraf. De verdediger, mr. H. J. Scholten, vroeg
voor den diefstal een kleine geldboete en
achtte plaatsing van bekl. in een gesticht
of inrichting beter dan een lange gevangenis-
straf. '